Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want zij kwamen op met hun vee en hun tenten; zij kwamen gelijk de [8]sprinkhanen in menigte, dat men hen en hun kemelen [9]niet tellen kon; en zij kwamen in het land, om dat te verderven. 8. Want hunlieder heirleger was wel honderd en vijftig en dertig duizend strijdende mannen sterk, gelijk te zien is onder, hfdst.8 vs.10, buiten het andere gespuis, dat zulke legers, die geen tegenstand verwachtten, placht te volgen. 9. Hebreeuws, hadden geen getal; dat is, zij waren zeer kwalijk, vanwege de veelheid, te tellen. Alzo hfdst.7 vs.12. Daarentegen wordt van een kleinen hoop volks gezegd, dat zij lieden van getal zijn; dat is, licht om te tellen. Zie Gen.34:30.